25 jaar Opel Calibra
- Gepubliceerd in Opel
Van kampioen lage luchtweerstand naar favoriete youngtimer
Opel zorgde exact 25 jaar geleden voor een sensatie op de IAA, de internationale autoshow van Frankfurt. In 1989 gleed daar het doek van de Calibra. Het was de wereldpremière van een nieuwe coupé met een voor toen ongekend lage luchtweerstand (Cw 0,26), die het succes van de legendarische Opel GT, de Manta en de Monza moest voortzetten. Met zijn progressieve design en innovatieve techniek was de Calibra zijn tijd ver vooruit. Dat leverde Opel in 1990 het Gouden Stuurwiel op, Duitslands meest prestigieuze auto-onderscheiding.
De Opel Calibra viel op door zijn prestaties. Zelfs met de 2,0-liter basismotor met 85 kW (115 pk) bereikte hij door zijn extreem lage luchtweerstand een topsnelheid van 203 km/uur. Met de 110 kW (150 pk) sterke zestienkleppenmotor was een top van 223 km/uur haalbaar. De hoge prestaties gingen samen met een gunstig verbruik. De Calibra 16V liet een gemiddelde van slechts 7,7 l/100 km noteren.
De Calibra viel óók op door zijn gunstige prijsstelling, in Nederland vanaf Fl. 51.500,- (€ 23.370,-). Ook dat paste in de traditie van de Opel-coupés. Net als met de Manta kon Opel het volumevoordeel optimaal benutten. De Manta was gedeeltelijk op dezelfde technische leest geschoeid als de Ascona. De Calibra deelde op zijn beurt componenten met de Opel Vectra.
Vorm volgt functie
De sportieve en zeer gestroomlijnde vormgeving van de Calibra ging samen met praktische bruikbaarheid. De grote achterklep bood toegang tot een bagageruimte van maximaal 980 liter inhoud. Door de lange wielbasis was er ruimte genoeg voor vier volwassen inzittenden. Tot de standaarduitrusting behoorden onder meer stuurbekrachtiging, een close-ratio vijfversnellingsbak, een audiosysteem met zes luidsprekers en getint glas. Airconditioning, een viertrapsautomaat en een elektrisch te bedienen schuif-/kanteldak waren enkele van de vele opties.
Veiligheid voor alles
Bij het ontwerp hebben Opel-ingenieurs ook sterk gefocust op veiligheid. Zelfs een topic van nu, voetgangersbescherming, stond toen al op de agenda. Het resulteerde in een opvallend gladde carrosserie, afgeronde hoeken, onder de rand van de motorkap geplaatste ruitenwissers en in het dak geïntegreerde regengeleiders – elementen die pas later gemeengoed zijn geworden. Elektronisch aangestuurde ABS en de ellipsoïde koplampen met hun brede lichtbundels verhoogden de actieve veiligheid. De bumpers verzachtten door hun vorm en constructie de impact bij een aanrijding.
Speciale versies
Bij de introductie in 1990 waren de Calibra 2.0 en Calibra 16V optioneel leverbaar met hoogwaardige vierwielaandrijving en dat systeem bood mogelijkheden voor krachtiger motoren. In maart 1992 presenteerde Opel de Calibra Turbo met all-wheel-drive, een handgeschakelde zesversnellingsbak, sportstoelen en lichtmetalen 16-inchwielen met banden in de maat 205/50. De 2,0-liter turbomotor stuwde de prestaties omhoog dankzij 150 kW (204 pk) vermogen en een hoog koppel over een breed toerenbereik.
De Keke Rosberg Edition van de Calibra is een van de meest legendarische versies. Vlak voor het debuut in het DTM (seizoen 1993/1994) introduceerde Opel de 125 kW (170 pk) sterke Calibra 2.5 V6 en een 2,0-liter variant in witgele DTM-uitdossing. De in mei 1996 uitgebrachte Calibra Cliff Motorsport Edition had de kleurstelling van de Klasse 1-racer, waarmee Manuel Reuter kampioen werd in het ITC, het internationale toerwagenkampioenschap. Deze versie had een met 20 mm. verlaagd sportonderstel en was voorzien van lichtmetalen BBS-wielen (7J x 16).
Vlak voor het einde van de productie lanceerde Opel nog de Calibra Last Edition, een speciale gelimiteerde versie met een sportonderstel, BBS-wielen, lederen bekleding en airconditioning en naar keuze de 2,5-liter V6 of de 100 kW (136 pk) sterke 2,0-liter viercilindermotor. Op 29 augustus 1997 rolde de laatste Calibra, een zwarte Last Edition, van de band. Daarmee kwam de teller op een totale productie van 238.647 exemplaren. De meeste daarvan zijn geproduceerd in Rüsselsheim. In 1990 was de vraag echter zó groot dat Opel de productiedoelstelling van 20.000 naar 60.000 moest bijstellen. Valmet Automotive in het Finse Uusikaupunki nam een deel van de extra productie op zich. De belangrijkste markten voor de Calibra waren Duitsland, Groot-Brittannië, Italië, Spanje en Frankrijk. De 85 kW sterke 2.0-versie is goed voor het leeuwendeel van het productie-aantal (130.000), gevolgd door de 2.0 16V (61.000). Vandaag de dag is de Opel Calibra gewild bij liefhebbers van youngtimers.